Schriftlezingen: Jeremias 31,31-43 en Hebr  5,7-9 en Joh 12.20-33

Want er komen andere tijden… zou je voorop het misboekje van deze zondag kunnen zetten. Een nieuw verbond van God met Israël. Nieuw! Het  oude verbond was te veel ‘buitenkant’, te veel  Fremdkõrper , van buitenaf opgelegd. Het nieuwe verbond wordt geinterioriseerd. Het wordt in hun hart gegrift, wordt “van harte”. Geen uiterlijke, afvinkende wetsgehoorzaamheid, maar een  persoonlijke relatie met God zijn, een ‘kennen’ dat dieper gaat dan ‘weten van’. Dichtbij en vertrouwd: “Zij mijn volk en ik hun God”.(Jer. 31,33)
In het evangelie willen enkele Grieken Jezus zien. Het gaat natuurlijk niet om: “En daar mag je alleen maar naar kijken…”, Om zo’n zien gaat het niet. Zij willen hem leren kennen, willen zien wie hij is. En Jezus láát zich kennen —net het tegengestelde van ons spreekwoord- hij laat zich juist wél kennen. Spreekt van ‘zijn uur’, van de graankorrel die in de aarde valt en sterft, en door dit sterven juist vruchten draagt. Jezus’ sterven valt samen met zijn vruchten dragen, met zijn verrijzenis.  De komst van ‘het uur’ beangstigt Jezus! Het is dubbel: Enerzijds: “Vader red mij uit dit uur” en anderzijds: “Nee, want juist daarom ben ik gekomen”. Het is ook niet om zelf als held deze weg te gaan. Maar om: “Vader, verheerlijk uw naam”. Met de klemtoon op UW.  Zijn God, zijn Vader redt niet uit dit uur, maar is hem op zijn weg naar dit uur nabij.

Paulus schrijft: dat Jezus God gesmeekt heeft om gered te worden, en anderzijds dat hij juist daardoor voor allen eeuwige redding is geworden. Deze ‘dubbelheid’ of is ‘tweezijdigheid’ beter, kenmerkt Paulus’ denken over Jezus de Christus. Het uur van Jesus’ sterven valt samen met zijn verheerlijking.

 

Emeritus-pastor Henk Bloem

Lees voor meer verdieping bij de zondagslezingen de blogs van de week