Wachtend op het kerstfeest staan we deze zondag stil bij die verwachting. Maria was vol verwachting; Jozef, wat verwachtte hij? En wij? Wat verwachten wij van het kind dat de naam ‘Jezus’ kreeg? In de blogs stof tot nadenken hierover.

Om te lezen. Een aanrader:
Andre Schwarz-Barth, De laatste der rechtvaardigen, ISBN 902295431 .

(melodie: “Nu dyn leven is gedreven”)
Hoog verheven en geprezen heet de mens
die leeft van de vrede liefde zonder grens.
hoog verheven hij die weet wat is en leeft in jou
leeft ook in mij en roept voorgoed om beider trouw.

Hoogverheven hij die niemand schaadt of slaat,
die niemand te min acht, niemand vallen laat,
Hoog verheven iedereen de onder mensen zoekt
naar wie om hulp en troost en mededogen roept.

Hoog verheven zij die leven in het klein
wat ooit nog de toekomst van de mens moet zijn:
jij niet meer dan ik , en ik niet beter dan de rest, –
zal dat die wereld zijn ooit goed, van oost tot west?

De naam Jezus
– van Jeshua = Jozue = God redt . In vers 21 zie je waar dit “redden’ op slaat: “…redden uit hun zonden”.

E.Levinas:
“Alle wissels op de moeilijke weg waarop de trein van de messiaanse geschiedenis duizend maal dreigde te ontsporen, werden behoed en beheerst door de vrouwen”

boven Math 18 staat: Herkomst en naamgeving van Jezus.
“Mijn stamboom is nooit echt uitgezocht. Mijn speurtocht eindigde bij een hoogbejaarde oom die verhaalde van mijn vaders gezin, waarin 3 zoons opgroeiden. Ze werden als knecht uitbesteed aan Duitse boerenfamilies in het grensgebied. Hun verhaal zou ik graag horen. Ik draag hun naam. Maar verder terug naar mijn roots in voriger eeuwen? Geef mij maar vleugels
(Frits de Lange)

Zelfs mijn liefdes worden per oorlog gemeten,
Ik zeg, het gebeurde na de Tweede Wereldoorlog
We hebben elkaar daags voor de zesdaagse Oorlog ontmoet.
Ik zal nooit zeggen,
Vóór de vrede van ’45-‘48
Of in het midden van de vrede van 56’-‘67
Maar de tijding van vrede trekt van plaats naar plaats,
Zoals kinderspelletjes,
Die overal zo zeer op elkaar lijken. (Yehuda Amichai).

 

We riepen om ’n machtige God
Die al ons werk uit handen nam
Toen kwam jij ’n machteloos kind
Nu moeten wij toch aan de slag

Jij God met ons laat ons in takt
Maar hebben wij daar vrede mee?

(Wil en Anny Matti)

Meer verdieping bij de lezing van deze zondag: lees hier.